Karolien schrijft over het missen van hun kleine held Idas*, kleine broer van Orson en grote broer van Coco. Hun kindje dat na een zwangerschap van 38 weken stil geboren werd, zo snel weer vertrok… Ze schrijft over hoe ze hem, voor altijd, een warme plaats geven, dichtbij, en hoe ze op zoek zijn om van dit verhaal uiteindelijk ook iets waardevol te maken.
Dag van de academies.
Een hoogdag op mijn werk.
Alle kunstwerken schitteren op muren en sokkels.
Er zijn workshops en open ateliers.
Er is koffie, thee en taart. Veel taart.Â
Orson volgt voor het eerst tekenles bij mij.
Ik nam er speciaal ouderschapsverlof voor.
Zo kan ik hem meenemen en fietsen we ‘s middags samen naar huis.
Het moet nu, dacht ik eind augustus.
Over een paar jaar is het niet cool meer,
als je mama ook je juf is.Â
Coco tekent dat het een lieve lust is.
Het staat vast dat ik ook haar over twee jaar in de bakfiets til,
tussen kartonnen dozen en stukjes stof.Â
Toen ik de evaluaties invulde, had ik het pas door.
Mijn jongste leerlingen zijn die van 2016, het eerste leerjaar.
Het jaar van Idas.Â
Ik slikte.
En droomde hem heel even tussen de kinderen in mijn klas.Â
Dag van de academies.
Ook Coco nam ik voor een keertje mee.
Dat mag toch op een feestdag.Â
Is dat er ééntje van u? vraagt een man, wijzend naar Orson.
De man is Guido, een vroegere directeur van de academie.
Zijn kleinzoon zit nu bij mij in het atelier. Een fantastisch kind.Â
Ja, zeg ik.
Allebei.Â
O zegt hij, en jij had toch ook een kindje dat gestorven was?Â
Ik ben blij.
Blij dat hij het zo openlijk vroeg.
Dat hij bij mijn twee zichtbare kinderen, Idas heeft bijgetekend.